De overwinningsgang van Christus
Over het algemeen behoort de kerkgeschiedenis niet tot de meest geliefkoosde vakken. (...) Wat belangrijks, wat aantrekkelijks en wat bekoorlijks kan de kerkgeschiedenis hebben voor wie de Kerk in haar oorsprong en aard, in haar roeping en bestemming miskent? (...) Doch als de Kerk ons de erve van Christus is, gekocht door zijn bloed, vernieuwd door zijn Geest, bestemd om ten eeuwigen zegen voor verdoemlijke zondaren te zijn, draagster als zij is van geestelijke, hemelsche en eeuwige goederen, dan wordt het alles geheel anders. En als we dan Christus, den Zoon des levenden Gods daar ontmoeten in de gangen zijner genade en almacht, trouw en wijsheid, heerlijkheid en majesteit, wandelende te midden van de zeven gouden kandelaren, dan is die geschiedenis ons de beschrijving van het meest belangrijke, meest verhevene en meest Godverheerlijkende tafereel, dat er ooit op aarde of in hemel is aanschouwd. Een beschrijving van de middelaars-heerschappij van den verheerlijkten Christus, waardoor Hij den genaderaad des Vaders uitvoert en zichzelven verheerlijkt in het zaligen zijns volks. Waardoor Hij, de Sterkere, den sterke zijne vaten ontrooft en zich stap voor stap het koninkrijk eigent, dat hem door den Vader is verordineerd en dat Hij gegrond heeft in zijn zoenbloed. Waardoor Hij zijn overwinningsgang door de wereld voortzet om eenmaal zijne gemeente als een reine bruid aan den Vader voor te stellen. (...) Al die namen en jaartallen, al die ketters, en pausen, al die richtingen en stelsels, al die deformaties en reformaties zullen ons dan niet afschrikken. Zij allen hebben en krijgen hoe langer hoe meer hunne beteekenis. Al blijft het moeilijk voor ons dat in al zijn bezonderheden te doorzien en te ordenen, toch zal elk op zijn wijze en alles naar zijn aard meewerken om de glorie des Konings te verhoogen en de komst van zijn Rijk te bevorderen. (...)
De studie der kerkgeschiedenis heeft ontegenzeggelijk hare eigenaardige moeilijkheden. (...) Nergens ontmoet ge zulke groote, zulke schrille tegenstellingen van goed en kwaad, van heilig en onheilig als in de geschiedenis der Kerk. Zij zijn vaak ontzachelijk en huiveringwekkend. De oprechtste godzaligheid en snoodste huichelarij, hemelsche toewijding en helsche zelfzucht, goddelijke liefde en satanische woede kruizen en woelen daar vaak dooreen. Daarom keert menigeen zich met weerzin van Kerk en Kerkgeschiedenis af. (...) Slechts in den hemel kan een Satan opstaan. Slechts in den Apostelkring kan zich een Judas openbaren. Slechts binnen de grenzen van het Christendom kan zich de antichrist ontwikkelen. 't Is noodzakelijk dat er ergernissen komen, maar wee hem door wien ze ontstaan. Ook de Booze mag en moet toonen wat hij vermag, opdat in zijn ondergang met de koninkrijken dezer wereld de eer van Christus en de heerlijkheid zijner gemeente te meer uitkomen. Alleen op dit terrein zal eenmaal elke wanklank zich in eeuwige harmonie oplossen; elke tegenstrijdigheid verdwijnen; elke vraag haar afdoend antwoord vinden. (...) Daarom ook heeft ze onze liefde en is ze waard dat we er onze edelste krachten aan wijden tot verheerlijking van Christus, tot heil der gemeente en daardoor juist tot eer des Drieëenigen Gods.
D.K. Wielenga, Het karakter der kerkgeschiedenis (1883)
Kerkgeschiedenis
2018-06-21T21:49:06+02:00
D.K. Wielenga, Het karakter der kerkgeschiedenis (1883)
https://kerkgeschiedenis.info/testimonials/de-overwinningsgang-van-christus/
0
0
Kerkgeschiedenis