Voorgeschiedenis
Van meet af aan zijn er binnen de Gereformeerde Kerken meningsverschillen geweest over de gereformeerde leer. Dit werd geduld, zolang de uiteenlopende meningen niet expliciet ingingen tegen de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenis. Toen echter na de dood van de gereformeerde voorman Abraham Kuyper steeds meer gangbare ‘kuyperiaanse’ meningen werden bestreden met een beroep op Schrift en belijdenis, zagen sommigen dit als een regelrechte aanval op de gereformeerde leer. Zo groeide er wantrouwen jegens broeders, die Kuyper slechts op bepaalde punten wilden corrigeren, juist om mét hem in het gereformeerde spoor te blijven.
Wat dr A. Kuyper aangaat: deze held, deze generaal, deze bouwer van ons gereformeerde leven, heeft (...) wat de grondgedachten betreft, het gereformeerde denken in eere hersteld; doch heeft ook wel eens in begrijpelijke overhaasting beweringen van 'onze echte theologen' als specifiek gereformeerd aangezien, welke toch in werkelijkheid niet anders waren dan onverteerde brokken scholastiek. Wie dan daarop wijst, en in zoo’n geval op dat bepaalde punt Kuyper 'bestrijdt', is (...) iemand, die Kuyper ontdoen wil van inconsequenties, en zoo tot den èchten Kuyper terug wil.
K. Schilder, De Reformatie, 21 december 1934