• Voorgeschiedenis

    Van meet af aan zijn er binnen de Gereformeerde Kerken meningsverschillen geweest over de gereformeerde leer. Dit werd geduld, zolang de uiteenlopende meningen niet expliciet ingingen tegen de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenis. Toen echter na de dood van de gereformeerde voorman Abraham Kuyper steeds meer gangbare ‘kuyperiaanse’ meningen werden bestreden met een beroep op Schrift en belijdenis, zagen sommigen dit als een regelrechte aanval op de gereformeerde leer. Zo groeide er wantrouwen jegens broeders, die Kuyper slechts op bepaalde punten wilden corrigeren, juist om mét hem in het gereformeerde spoor te blijven.

    Wat dr A. Kuyper aangaat: deze held, deze generaal, deze bouwer van ons gereformeerde leven, heeft (...) wat de grondgedachten betreft, het gereformeerde denken in eere hersteld; doch heeft ook wel eens in begrijpelijke overhaasting beweringen van 'onze echte theologen' als specifiek gereformeerd aangezien, welke toch in werkelijkheid niet anders waren dan onverteerde brokken scholastiek. Wie dan daarop wijst, en in zoo’n geval op dat bepaalde punt Kuyper 'bestrijdt', is (...) iemand, die Kuyper ontdoen wil van inconsequenties, en zoo tot den èchten Kuyper terug wil.

    K. Schilder, De Reformatie, 21 december 1934

    Synode besluit ‘afwijkende opvattingen’ te onderzoeken

    De Generale Synode van Amsterdam (1936) constateert dat er “in onze kerken opvattingen worden voorgedragen, welke van de tot nog toe gangbare leeringen afwijken”. Omdat “door menigeen in onze kerken de vraag is gesteld, of deze voorgedragen opvattingen wel in overeenstemming zijn met Schrift en belijdenis”, en “zulk een onzekerheid” niet mag blijven bestaan, besluit de synode zeven (uiteindelijk acht) deputaten te benoemen die deze opvattingen hebben te onderzoeken.

    Alsof afwijking van een 'gangbare mening' ongeoorloofd is! Ook de Here Jezus werd verdacht gemaakt wegens ongangbare leringen! Een 'gangbare mening' is toch geen maatstaf! Moet een 'gangbare mening' zélf niet getoetst worden?

    P.K. Keizer, Kerkgeschiedenis 2
  • Synode besluit ‘leergeschillen’ te behandelen in geheime zitting

    De synode besluit met een meerderheid van slechts vier stemmen de ‘leergeschillen’ te behandelen in geheime zitting.

    Besloten werd de zaak in besloten zitting te behandelen! Zodoende werden de kerken en dat nota bene inzake haar dogmata (leer) van haar generale synode geïsoleerd!

    Joh. Francke, Uit kracht der waarheid vrijgemaakt
  • Synode doet een viertal leeruitspraken

    De zichzelf continuerende synode van Sneek, inmiddels vergaderd te Utrecht, stelt een viertal leerbeslissingen vast. Aanvankelijk leiden die tot opluchting in de kerken, want ogenschijnlijk wordt slechts teruggegrepen op de zogenaamde ‘pacificatieformule’ uit 1905 en worden er geen beschuldigingen geuit.

    Terwijl de synode van 1905 slechts een pacificatie-formule opstelde over verbond en doop (zonder bindend gezag: iemand als ds. T. Bos heeft haar van het begin af aan bestreden zonder dat hem een strobreed in de weg werd gelegd), maakte de synode van 1942 een leeruitspraak van déze zinsnede uit die pacificatie-formule: "dat het zaad des verbonds krachtens de belofte Gods te houden is voor wedergeboren en in Christus geheiligd, totdat bij het opwassen uit levenswandel of leer het tegendeel blijkt".

    J.M. Goedhart, Met hart en mond
  • Synode publiceert toelichting op leeruitspraken

    In een Toelichting verduidelijkt de synode haar bedoeling met de leeruitspraken. Vooral ten aanzien van verbond en zelfonderzoek wordt hierin een leer voorgedragen, die de opvattingen van de aangeklaagden veroordeelt.

    Het kwam niet dadelijk tot een uitbarsting. En wel, omdat de synode nooit in ronde woorden sprak. Wat was de waarde van de Toelichting? Hoeveel moesten we ons daarvan aantrekken? Niemand die het precies wist. (...) Velen vroegen zich met ongerustheid af: (...) is de bedoeling werkelijk een bepaalde leer van verbond en sacramenten in onze kerken te veroordeelen?

    B. Holwerda, Een stad die wél samengevoegd is
  • Synode bindt aan leeruitspraken door instemming te eisen van theologische kandidaten

    De synode spreekt uit “dat de classicale vergaderingen bij de kerkelijke examens zich moeten vergewissen, dat de candidaten instemmen met de leeruitspraken van Sneek-Utrecht 1942”. Kandidaten in de theologie zijn hiermee gebonden aan de kuyperiaanse verbondsbeschouwing.

    "Houden voor wedergeboren totdat het tegendeel blijkt". Door dit zinnetje nu tot een belijdenisuitspraak te maken, waaraan voor candidaten de toegang tot de kansel werd verbonden, is deze theorie in 1942 tot een Vierde Formulier van Enigheid geworden (in feite: van onenigheid). Het krachtig belijden van Gods Woord en de Drie Formulieren van Enigheid werd hierdoor ernstig weerstaan. Geen candidaat van 'de reformatie' zou voortaan meer toegelaten worden.

    P.K. Keizer, Kerkgeschiedenis 2
  • Preadvies naar aanleiding van bezwaarschriften

    De benoemde adviescommissie komt met een preadvies van ruim 70 bladzijden. Een voorstel om eerst de bezwaarden te horen wordt verworpen.

    Het Prae-advies van Commissie I bewoog zich in dezelfde richting als de Toelichting, alleen veel duidelijker nog en in versterkte mate. De Kuyperiaanse verbonds- en sacramentsopvatting kwam er onbewimpeld in naar voren, en met een – gezien de uitspraken van 1905, waarin Dr Kuyper zacht werd teruggewezen – verbazende onbeschaamdheid.

    G. Janssen, De feitelijke toedracht
  • Synode verwerpt bezwaarschriften

    Nadat het preadvies een dag eerder in behandeling is gekomen, worden de bezwaarschriften ongegrond verklaard en verworpen. De kuyperiaanse verbondsbeschouwing wordt opnieuw gesanctioneerd.

    Deze quaestie is op en door de Synode niet behandeld met dien ernst en met die voorzichtigheid, en met die degelijkheid, als plicht van Godswege in zoodanige zaak was. De meeste Synodeleden ontbeerden het rechte in- en doorzicht in deze zaak, hadden het Praeadvies niet grondig bestudeerd, en hadden dat reeds vanwege tijdsgebrek niet gekund, en hebben zoodoende wel moeten afgaan op den indruk van het debat of de discussie, om daarnaar hunne stem te bepalen. En daarna is het maar: Wij kunnen de discussie niet heropenen. (...) Wij hebben beslist. Daarmee uit.

    S. Greijdanus, Mijne schorsing door de Generale Synode
  • Synode schorst K. Schilder als hoogleraar en emeritus-predikant

    Volgens de synode heeft Schilder zich schuldig gemaakt aan de zonde van scheurmaking, een zonde die naar de artikelen 79 en 80 van de Dordste Kerkorde bij volharding moeten leiden tot excommunicatie. Hij wordt geschorst voor een periode van drie maanden, waarin hij “zijn afdwaling” zal moeten belijden.

    "Kerkscheurder", zo luidde op 23 Maart 1944 het vonnis. "Kerkscheurder", omdat hij weigerde de Kerkelijke belijdenis zo te versnijden, dat zij wel nog de 'confessie' van een secte kon zijn, maar niet meer van de Algemene Christelijke Kerk.

    J.W. Verhey, 'Prof. Schilders zoeken van de eenheid der kerk', in: Gereformeerd Gezinsblad
  • Kand. H.J. Schilder niet toegelaten tot de dienst des Woords

    De toegang tot het predikambt wordt ontzegd aan theologische kandidaat H.J. Schilder, omdat hij bezwaren houdt tegen de leeruitspraken van 1942 en niet kan beloven “niets te zullen leeren, wat met genoemde leeruitspraken in strijd is”.

    De "teerling" was "geworpen". Niet meer alleen met het woord, maar nu ook met der daad. De pacificatie van 1905 nu definitief verkeerd in haar tegendeel. Het middel waarmee de vrede was bewaard — een wapen waarmee thans de kerk werd gespleten. Tegelijk vonnis geveld over duizenden, die vroeger rechtmatig hadden gepreekt of in eenigheid des geloofs aan één tafel aangezeten. (...) De bediening der sleutelmacht — nu afhankelijk gemaakt van leeringen der menschen; de gemeenschap der heiligen versmald tot gezelschap van geestverwanten.

    H.J. Schilder, Op de grens van kerk en secte
  • Synode schorst S. Greijdanus als emeritus-hoogleraar en als emeritus-predikant

    Volgens de synode heeft prof. Greijdanus zich “schuldig gemaakt aan bestrijding van de leeruitspraken na de beslissing over zijn gravamina, aan voortgaande onwilligheid om zich aan het oordeel der meeste kerkelijke vergadering te onderwerpen, aan het aanrichten van scheuring en tweedracht in de Kerken en aan herhaalde overtreding van het 5e en 9e gebod”.

    Deze professor is door een zich Gereformeerde synode noemende vergadering geschorst wegens „zonde tegen het vijfde en negende gebod”...! Zeker, Greijdanus was ook een zondaar, maar een die geschorst is om zijn eerlijkheid; omdat hij ook in die dagen alleen dienstknecht van Jezus Christus wilde zijn en geen slaaf van een onwettig zich noemende Gereformeerde synode.

    J. van Raalte in Tot de prediking van het Woord des geloofs
  • Synode zet K. Schilder af als hoogleraar en emeritus-predikant

    De zich niet conformerende prof. dr. K. Schilder wordt wegens ‘openbare scheurmaking’ (art. 79 en 80 Dordtse Kerkorde) ontslagen als hoogleraar van de Theologische Hogeschool te Kampen en afgezet als emeritus-predikant van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam-Delfshaven.

    De synode had op haar standpunt Prof. Dr K. Schilder wegens ketterij moeten schorsen en afzetten. Zij heeft dit niet gedaan, want zij wist dat honderdduizenden in de kerken over de leerpunten feitelijk net zo dachten als hij. Daarom vonniste ze hem wegens scheurmaking. Daar schrikken de mensen veel eerder van en in de zaken van kerkrecht gaat de goê-gemeente zich meestal niet al te zeer verdiepen.

    P. Jongeling, Gereformeerd Gezinsblad, 8 februari 1955

    Vrijmakingsvergadering in Den Haag

    Alle leden van de Gereformeerde Kerken in Nederland worden opgeroepen een vergadering in Den Haag bij te wonen. Hier verschijnen velen, ondanks de gevaren die de oorlog met zich meebrengt. De vergadering wordt geleid door ds. H. Knoop van Delfshaven, die kort geleden uit Duitse gevangenschap is teruggekeerd. Naast hem spreken ook prof. S. Greijdanus en prof. K. Schilder. Laatstgenoemde leest de Acte van Vrijmaking of Wederkeer voor, die door vele kerkeraden wordt ingediend.

    Men maakte zich niet vrij van de gereformeerde kerken. Neen, men maakte zich vrij van de binding aan de leeruitspraken en van de tuchtmaatregelen, die daaruit waren voortgevloeid, juist om gereformeerd te kunnen blijven.

    H.R. Munneke, Kerkgeschiedenis in grote lijnen
  • Bergschenhoek uit kerkverband gezet

    De kerk te Bergschenhoek wordt uit het kerkverband gestoten, omdat ze de geweigerde kand. H.J. Schilder en de afgezette dr. K. Schilder op de kansel heeft toegelaten.

    In de Acta der synodocratische 'synode' (...) wordt Bergschenhoek wel genoemd, maar waar het op aankomt, de uitstooting uit het kerkverband, toch zeker een publieke daad, wordt verzwegen!

    K. Schilder, De Reformatie, 24 augustus 1946